Examples of using "じゃあ" in a sentence and their dutch translations:
...tot straks.
- Tot ziens!
- Tot straks!
En?
Er we zijn er klaar voor.
Klaar voor de start, later.
Tot morgenochtend!
- Dus?
- En?
- Nou en?
En wij, de burgers?
Tot dan.
Klaar voor de start... ...later.
Kan ik nu de sleutel hebben?
Er we zijn er klaar voor. Altijd spannend, een slangenkuil in.
Ik zie dat ik omringd ben door vijandige gezichten.
Dus dat wil zeggen dat ik alles kwijt ben.
Dus er is geen enkel probleem?
Ik ben geen student.
Ik ben geen dokter.
We beginnen met een duik en een grappige testbeslissing.
- Tot ziens.
- Doei.
- Ciao.
Dat is genoeg voor vandaag.
Tot weerziens!
"Interesseer je je voor zo iets?" "Neen, niet echt."
"Is het goed als ik even naar de wc ga?" "Ja, hoor. Dan wacht ik hier wel."
- Tot later.
- Ik zie je later.
Met deze regen zal hij niet komen.