Examples of using "いいか?" in a sentence and their dutch translations:
Ben je er klaar voor?
En onthoud: geef nooit op.
Doe het gewoon.
Dit is jouw keuze.
Klaar voor de start...
En onthoud: we geven het nooit op.
Hou daarmee op!
Onthoud, dit is jouw beslissing.
Jij bent de baas, vergeet dat niet.
Vergeet niet, dit is jouw avontuur.
die óf ziek óf gezond aangeeft,
- Vind je het erg als ik erbij kom zitten?
- Vindt u het erg als ik erbij kom zitten?
- Vinden jullie het erg als ik erbij kom zitten?'
- Bezwaar als ik me bij je voeg?
Ik weet niet wat te zeggen...
Onthoud dat jij de baas bent over de missie.
Ben je klaar?
Klaar voor de start... ...later.
Dit is jouw avontuur. Je kunt het.
Mag ik hier iets van eten?
Kan ik uw tennisracket lenen vandaag?
Ik weet niet hoe ik die vraag moet beantwoorden.
Zeg mij wat ik moet doen.
Met andere woorden, hij is lui.
Ik weet niet meer wat ik moet doen.
Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
Ik weet niet op welke knop ik moet drukken.
Hou ermee op.
Tom, zou je kunnen zwijgen voor tien seconden?
Zo ja, kies dan 'Aflevering opnieuw afspelen'. Het is volledig aan jou.
Kies gewoon drie boeken uit, maakt niet uit welke.
Hij kan zoiets zeggen.
Ik moet uitzoeken hoe ik hem eruit krijg. Wat denk je?
Vertel me alstublieft waar ik mijn wagen moet parkeren.
- Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.
- Ik weet niet hoe het te verklaren.
In feite kun je zelfs beweren
We discussieerden met elkaar over de beste vakantiebestemming.
Neem om het even welke trein op spoor 5.
Dat wat je niet wil zeggen, hoef je niet te zeggen hoor.
Ik ben aan het eind van mijn Latijn.
Hou daar toch mee op.
Mag ik het eens passen?
Dus vroeg ik of ik mijn leerling een brief mocht schrijven
- Ik weet niet hoe ik u kan danken.
- Ik weet niet hoe ik jullie kan danken.
Borstel gewoon je haar.
Kan je me zeggen wanneer ik de machine uit moet zetten?
- Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen...
- Ik weet eenvoudig niet wat te zeggen...
families die wilden dat ze naar huis konden,
De grote massa overweldigt haar en ze weet niet wat ze moet doen.
Ik weet niet wat te zeggen opdat je je beter zou voelen.
Kun je morgen zonder de auto? Ik heb hem nodig.
- Vraagt u het eender wie.
- Vraag maar aan wie dan ook.
Ze kon niet bedenken wat ze de kinderen met Kerstmis moest geven.
Ik geef de voorkeur een eigen kamer te hebben, hoe klein die ook is.
Heeft hij gezegd wat je moest doen?
Wel, het zou dan wel zo kunnen zijn dan hij slim is, maar hij maakt vaak fouten door niet op te letten.
Ik weet niet wat ik moet zeggen.
- Je kan me bellen wanneer je maar wil.
- Je kunt me bellen wanneer je wilt.
Je hoeft niet te antwoorden als je dat niet wilt.
Ik vroeg aan mijn leraar wat ik nu moest doen.
Ik vraag mij af, wie ik zou uitnodigen.
Kunt u me wijzen hoe ik me naar het station moet begeven?
Ik weet niet wat te zeggen opdat je je beter zou voelen.
Je hoeft niet te antwoorden als je dat niet wilt.
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?