Examples of using "Pagò" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft betaald.
Hij heeft vooraf betaald.
- Tom heeft betaald.
- Tom betaalde.
Tom betaalde vooraf.
- Tom betaalde de kassamedewerker.
- Tom betaalde de caissière.
Leyla betaalde voor de taxi.
Tom betaalde voor de pizza.
Hij heeft 1000 yen betaald voor dit boek.