Examples of using "Grüne" in a sentence and their dutch translations:
- Ze heeft groene ogen.
- Hij heeft groene ogen.
Ze haat groene paprika’s.
Hij heeft groene ogen.
Ze heeft groene ogen.
Tom heeft groene ogen.
Tom haat groene paprika's.
Maria heeft groene ogen.
Ik hou van groene paprika.
Heeft Tom groene ogen?
Geef me het groene boek.
Ze investeren in groene banen
...keert een groene schildpad terug...
Kleurloze groene ideeën slapen woedend.
Ze zijn er in het rood, groen en geel.
groene gebouwen, zowel nieuwe als aangepaste;
Ze heeft groene ogen en licht bruin haar.
Tom heeft blond haar en groene ogen.
...want groene planten betekent normaal gesproken bronnen.
Ze zijn groen.
Een groene banaan is niet rijp genoeg om te eten.
...en ik keek terug en zag twee prachtige groene ogen net onder me...
We kopen een kilo sperziebonen, twee kilo aardappelen, een krop sla, een halve kilo tomaten en twee komkommers.