Translation of "Bouteilles" in Dutch

Commandons deux bouteilles.

Laten we twee flessen bestellen.

- Ils ont bu 2 bouteilles de vin.
- Ils burent deux bouteilles de vin.
- Ils ont bu deux bouteilles de vin.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

- Ils burent deux bouteilles de vin.
- Ils ont bu deux bouteilles de vin.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

- Ils ont bu 2 bouteilles de vin.
- Ils burent deux bouteilles de vin.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

- Ils ont bu deux bouteilles de vin.
- Elles ont bu deux bouteilles de vin.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

J'ai acheté deux bouteilles de lait.

- Ik kocht twee flessen melk.
- Ik heb twee flessen melk gekocht.

Tom collectionne les bouchons de bouteilles.

- Tom verzamelt flessendoppen.
- Tom verzamelt kroonkurken.

Ils burent deux bouteilles de vin.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

- Les bouteilles de bière sont faites de verre.
- Les bouteilles de bières sont faites en verre.

Bierflesjes zijn van glas.

Ils ont bu deux bouteilles de vin.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

Il a bu trois bouteilles de bière.

Hij dronk drie flessen bier.

Mère a acheté deux bouteilles de jus d'orange.

Moeder kocht twee flessen sinaasappelsap.

Les bouteilles de bière sont faites de verre.

Bierflesjes zijn van glas.

Thomas a acheté 3 bouteilles de vin rouge.

Tom kocht drie flessen rode wijn.

Jean a bu beaucoup de bouteilles de vin.

John dronk veel flessen wijn.

- On m'a volé ma chopine !
- Ils ont fauché mes bouteilles de vin !
- Ils ont piqué mes bouteilles de vin !

Ze stalen mijn fles wijn!

Mon passe-temps est de collectionner les vieilles bouteilles.

Mijn hobby is het verzamelen van oude flessen.

Ma mère a acheté deux bouteilles de jus d’orange.

Mijn moeder kocht twee flessen sinaasappelsap.

Ma maman a acheté deux bouteilles de jus de pomme.

Mijn mama kocht twee flessen appelsap.

Les bouteilles de bière que j’avais apporté à la fête étaient de trop ; la famille de notre hôte possédait une brasserie.

De bierflessen die ik meebracht naar het feest waren overbodig; de familie van de gastheer bezat een brouwerij.