Examples of using "Vessa" in a sentence and their dutch translations:
- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
Waar is de wc?
Waar is de badkamer?
- Waar is het toilet?
- Waar is de plee?
- Waar is de wc?
Ik kijk uit naar een telefoon met een toilet erop. Hoe bizar.
- De herentoiletten bevinden zich op de tweede verdieping.
- De herentoiletten bevinden zich op de eerste verdieping.