Examples of using "Asuvat" in a sentence and their dutch translations:
Bedoeïenen wonen in de woestijn.
Ze wonen daar.
Ze wonen beneden.
Zij wonen in een huis.
Hier zijn draken.
Mijn ouders wonen op het platteland.
- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
- Ze wonen dichtbij.
Waar wonen je ouders?
Ze wonen in deze stad.
Ze wonen in een groot huis.
Zij wonen in Helsinki, Finland.
Waar wonen Mary en Tom?
...worden otters die in de stad leven, nachtdieren om mensen te vermijden.
Ik heb twee vrienden die in Duitsland wonen.
Tom heeft twee broers die in Boston wonen.
Ik woon in een stad, maar mijn ouders wonen op het platteland.
Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.