Examples of using "теннисист" in a sentence and their dutch translations:
Kenji is een tennisspeler.
Hij is tennisspeler.
Ik ben een tennisspeler.
Hij is een goede tennisspeler.
John heeft een natuurlijk talent voor tennis.
Hij is een goede tennisspeler.
- Ik ben een tennisspeler.
- Ik ben een tennisser.
- Ik ben een tennisspeler.
- Ik ben een tennisser.