Examples of using "行くよ" in a sentence and their dutch translations:
Ik ga.
Maar ik doe het, kom op.
Ja, ik kom.
Vanavond gaan we naar de kerk.
Ik ga.
Ik ga.
Ik heb een extractie nodig. Hallo. Oké, we halen je op.
- Ik zal u vergezellen.
- Ik ga met u mee.
- Ik ga met je mee.
- Ik kom.
- Ik kom eraan.
- Ik zal je roepen om zeven uur.
- Ik zal je om zeven uur bellen.
Het is warm. Een gedurfd besluit, maar jij bent de baas, laten we gaan.
Ik zal komen wanneer ik mijn huiswerk gedaan heb.
Ik kom.
Ik blijf liever thuis dan dat ik alleen ga.
Natuurlijk ga ik.
Ik stap op.
We gaan liever naar de dierentuin dan naar het park.
Dus ga pas terug naar bed als je slaperig bent
Ik ben er binnen een minuut.
Ik ga vaak naar de bioscoop.
Donkere, bedompte plekken zijn zeer geschikt om beestjes te vinden. Daar gaan we heen.
Ik ga nu weg.
Mijn vader wilde dat ik deze plaats bezocht.
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan!
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Zelfs als het hard regent, ga ik.
Tom haalde haar over om met hem naar de film te gaan.