Examples of using "今、忙しいの。" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben nu bezig.
- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.
Ze heeft het momenteel druk en kan niet met u praten.
Ik ben nu bezig.
Ik ben nu bezig.
- Ik ben momenteel bezig.
- Ik ben nu bezig.
- Ze heeft het momenteel druk en kan niet met je praten.
- Ze heeft het momenteel druk en kan niet met u praten.
- Ze heeft het momenteel druk en kan niet met jullie praten.
Ik ben nu bezig.