Examples of using "一人だ。" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben alleen.
Ik ben alleen.
Ik ben alleen.
Ik ben een van Toms ex-vrouwen.
Was je de hele week alleen?
Hij is een van de bekendste zangers in Japan.
Hij was alleen in de kamer.
Welk historisch figuur zou je willen ontmoeten als je de kans had?
Hij was de enige die naar het feestje kwam.