Translation of "バイク" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "バイク" in a sentence and their dutch translations:

自動車 バイク バス 全てです

of het nu gaat om auto's, fietsen of bussen.

彼は毎週バイクを洗います。

Hij wast de fiets elke week.

バイクを置いて日陰を探そう

Laten we deze hier achterlaten en ergens schaduw vinden.

そのマウンテン・バイクはいくらですか。

Hoeveel kost die mountainbike?

私はどうしてもバイクがほしい。

Ik wil echt een moto.

フェリペは車2台とバイク1台を持っている。

Felipe heeft twee auto's en een motorfiets.

彼はバイクだけでなく車も持っている。

Hij heeft niet alleen een motorfiets, maar ook een auto.

ヘルメットをかぶらずにバイクに乗るのは危険だ。

Het is gevaarlijk om zonder helm op een motor te rijden.

私は16の時、バイクの乗り方を習いました。

Ik heb leren fietsen toen ik zes was.