Examples of using "りんごを食べています。" in a sentence and their dutch translations:
- Hij eet een appel.
- Hij is een appel aan het eten.
- Zij eet een appel.
- Ik eet een appel.
- Ik ben een appel aan het eten.
Zij eet een appel.
Ik eet een appel.
Ik eet een appel.
Hij eet een appel.