Examples of using "Três" in a sentence and their dutch translations:
We waren negen gijzelaars. Drie, drie en drie. Drie groepen.
Drie ideeën, drie tegenstellingen.
Drie maal drie is negen.
Bijna drie.
Ik heb drie keer overgegeven.
Ik heb drie katten.
- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.
We hoorden drie schoten.
We hebben drie weken.
- Ik heb drie broers en zussen.
- Ik heb drie broers.
Ik heb drie sinaasappels gekocht.
Jij hebt drie auto's.
Drie van hen waren Canadees.
- Je hebt drie woordenboeken.
- U heeft drie woordenboeken.
- Jullie hebben drie woordenboeken.
Tom heeft drie honden.
Drie van zulke, alstublieft.
Eén, twee, drie.
Ik heb drie kinderen.
Ik ben drie kilo aangekomen.
Ik heb drie katten.
We hebben drie teams verslagen.
Ik heb 3 vriendinnen.
Ik kan om drie uur komen.
We hebben die drie dingen nodig.
Hij is drie jaar geleden overleden.
Het is moeilijk om drie talen te spreken.
Hoeveel is tien min drie? - Tien min drie is zeven.
Mijn tante had drie kinderen.
Vijf plus drie is acht.
We eten driemaal per dag.
Zijn tante heeft drie katten.
'de wet van drie'.
wat, om het te benadrukken, staat voor drie ideeën:
Ik heb drie neven.
Hij had drie zoons.
Ze schreef drie woorden.
Ik heb drie honden.
Ik heb drie camera's.
- Het is bijna drie uur.
- Het is bijna drie.
Hij heeft drie kinderen.
De drie haatten elkaar.
Drie weken gingen voorbij.
We hebben drie honden.
Tom heeft drie huizen gebouwd.
Wij hebben drie kinderen.
- Je hebt drie katten.
- U heeft drie katten.
- Jullie hebben drie katten.
Zij heeft drie broers.
Hij heeft drie broers.
Hij heeft drie dochters.
Ik heb drie kinderen.
- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.
Wij hebben drie dochters.
Ik heb drie dochters.
Ik heb drie broers.
- U heeft drie problemen.
- Jullie hebben drie problemen.
- Je hebt drie problemen.
Drie ijsjes, alstublieft.
Hij ving drie vissen.
Tom heeft drie ooms.
Tom heeft drie dochters.
Tom heeft drie katten.
Tom heeft drie auto's.
Tom heeft drie broers.
Tom heeft drie vriendinnen.
Tom brak drie borden.
Je hebt drie berichten.
Zijn tante heeft drie katten.
We zijn daar drie maanden gebleven.
Ik leerde hem drie jaar geleden kennen.
Ik ben de oudste van de drie.
Tom arriveerde drie minuten te vroeg.
Mijn vader heeft gisteren drie vissen gevangen.