Examples of using "好きです。" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van honden.
Houdt ge van de lente of de herfst?
Ik hou van honden.
Ik hou van popmuziek.
"Ik reis graag." "Ik ook."
- Vind je appels lekker?
- Hou je van appels?
Ik reis graag.
- Hou je van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?
- Waar hou je van?
- Waar houdt u van?
- Waar houden jullie van?
Ik lees graag boeken.
Hou je van muziek?
Zeg het dan maar.
Ik hou van koffie.
Ik hou van Frankrijk.
Ik hou van honden.
Ik hou van tennis.
Ik hou van tulpen.
Ik vind hem leuk.
Ik hou van honden.
- Hij zwemt graag.
- Hij houdt van zwemmen.
Ik hou van appels.
Ik hou van liefdesverhalen.
Zing je graag?
Ik ben dol op de zon.
Hou je van de zomer?
Hou je van vis?
Ik hou van videospelletjes.
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?
Ik hou van fruit.
Ik hou van talen.
- Ik ben dol op lasagne.
- Ik ben gek op lasagne.
Vindt u tennis leuk?
Ik hou van appels.
- Hou je van sneeuw?
- Houdt u van sneeuw?
- Houden jullie van sneeuw?
- Ik hou van Frans.
- Ik hou van de Franse taal.
Hou je van appels?
Ik hou van reizen.
- Ik hou van ijs.
- Ik ben gek op ijs.
Ik hou van sneeuw.
Ik heb graag sushi.
Ik hou van horloges.
Ik hou van ramadan.
- Hou je van reizen?
- Reis je graag?
Tom houdt van zwemmen.
Hij houdt ervan wandelingen te maken.
Ik vind rode rozen leuk.
- Ik hou van lezen.
- Ik hou erg van lezen.
Ze vindt hem leuk.
Houden jullie van muziek luisteren of liedjes zingen?
Hou je van muziek?
Vind je appels of sinaasappels lekker?
Ik hou van aubergines.
- Ik hou van rockmuziek.
- Ik hou van rock.
- Ik vind rockmuziek leuk
Ik heb liever koffie.
- Houd je van films?
- Hou je van films?
Hou je ervan om op poedersneeuw te skiën?
Tom houdt van kaas.
Ik hou van de hond.
Ik hou meer van Los Angeles.
Ik hou van komedies.
- Ik hou van mahjongg.
- Ik hou van mahjong.
Hij houdt van Disney.
Ik hou van jazz.
- Houden jullie van baseball?
- Houdt u van baseball?
- Ik hou van paarden.
- Ik houd van paarden.
Hou je van reizen?
Ik hou van de winter.
Ik hou van de lente.
Ik hou van chocoladeijs!
Ik hou van sneeuw.
Ik hou van frambozen.
Ik ben verliefd op jou.
Ik hou van schaken.
- Ik hou van de zon.
- Ik ben dol op de zon.
- Ik ben gek op de zon.
Hou je van zwemmen?
Ik hou van kastelen.
Ik hou van klassieke muziek.