Examples of using "と言いました" in a sentence and their dutch translations:
Wat heeft hij gezegd?
Hij vroeg, "Hou je van me?"
Hij zei dat hij het druk had.
dat 'Nanette' geen comedy-show is.
Mijn broertje vroeg om geld.
en dat het er niet goed uitzag.
Onze muziekleraar raadde me aan Wenen te bezoeken.
Ze zei "dank u wel voor de maaltijd" tegen de kok.
- Ze zei dat hij er knap uitzag.
- Ze zei dat hij knap was.
Een vriend zei: "Ze is de meest bewuste baby die ik ooit zag."
"Wat jou betreft, Soult, zeg ik alleen - handel zoals je altijd doet."
- Wat hebt ge gezegd dat ge haar op haar verjaardag gegeven hadt?
- Wat zei je dat je haar voor haar verjaardag cadeau had gegeven?