Examples of using "いいですよ" in a sentence and their dutch translations:
- Je kan dit maar beter weggooien.
- U zou dit moeten weggooien.
Mijn kat is schattig hoor!
-- je hoeft niet hardop te antwoorden --
Je kunt blijven zolang je wilt.
U moet niet komen morgen.
Ik ben bijzonder tevreden met Paul hier.
Komende woensdag is oké.
- U moet niet komen morgen.
- Jullie moeten niet komen morgen.
Het is beter voor je om voor het slapengaan niets meer te eten.
Als je het wilt, kan ik terug komen.
- Je kunt hier in deze kamer lunchen.
- Jullie kunnen hier in deze kamer lunchen.
- U kunt kiezen welke u wilt.
- Je kunt kiezen welke je wil.
- Kiest u maar wat u wilt.
- Kiest u maar welke u wilt.
Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.
Het wordt donker. Ga maar beter naar huis.
Je hoeft niet te betalen voor je lunch.
Het is beter voor jou dat je mijn grootvader niet ontmoet.
Mocht ik laat thuiskomen, wacht dan niet op me.
Ge kunt zo lang blijven als ge wilt.
Je hoeft je niet te verontschuldigen.
- Komt u ook maar met mij mee.
- Jij kunt ook wel met me meekomen.