Examples of using "Thank" in a sentence and their dutch translations:
Godzijdank.
- God zij dank.
- Godzijdank.
- Dank u.
- Ik dank u.
- Bedankt.
- Bedankt!
- Dank u.
- Bedankt.
Bedankt, Pepe.
- Dank u.
- Ik dank u.
Dank u.
- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
Dankjewel, dank je.
- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Ik dank u.
- Bedankt.
- Wij danken u.
- Dank je!
- Dankjewel!
Bedankt jongens.
Dank jullie wel.
Godzijdank!
- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Ik dank u.
- Bedankt.
God zij dank.
Bedankt!
- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank je!
- Dankjewel!
- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.
- Dank u wel, dokter.
- Heel erg bedankt, dokter.
Heel goed, dank je wel.
Heel erg bedankt.
Bedankt.
Dank u, meneer.
Dank u wel, dokter.
Dank je!
Bedankt.
Bedankt, Einstein.
Ik dank u.
Bedankt, Jezus.
U ook bedankt.
Ik dank u.
Laten we haar bedanken.
- Nee, bedankt.
- Nee, dank u.
Bedankt, broer.
Beste mensen... ...bedankt. Bedankt voor jullie omhelzing.
Ik moet hem bedanken.
- U zou hem moeten bedanken.
- Jullie zouden hem moeten bedanken.
- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.
- "Bedankt." "Graag gedaan."
- "Dank je." "Graag gedaan."
- Heel erg bedankt!
- Hartelijk bedankt!
Ik ben in orde, dank je.
Ik kan hem niet genoeg bedanken.
Bedankt voor je brief!
Bedankt voor je cadeau.
Bedankt voor jullie hulp.
Bedankt voor het helpen.
Dank je voor het cadeau.
- Bedankt voor uw antwoord.
- Bedankt voor je antwoord.
- Bedankt voor jullie antwoord.
- Bedankt voor jouw antwoord.
Met mij gaat het goed, dank u.
Melanie Joy: Dankjewel.
Heel erg bedankt.
Bedankt voor vandaag.
Je moet mij bedanken.
Hij moet mij bedanken.
Godzijdank dat het voorbij is.
Bedankt voor alles.
- Hij zou u moeten danken.
- Hij zou je moeten bedanken.